Terwijl zijn blik op de emotieloze uitdrukking stond die hij normaal ook had, liep Keiji met zijn rugzak aan zijn rug en Dwana naast zich, richting Earth Country. Het was al een tijdje geleden sinds hij met Gajeel gesproken had, een vriend van hem. Gajeel begreep hem, zweeg wanneer het nodig was, zodat Keiji niet te veel hoofdpijn had. Ondanks dat hij een mond had gekregen om te praten, praatte hij niet veel. Hij was stil, maar zeker niet verlegen. Zijn emotieloze ogen verrieden nooit zijn echte gevoelens. Die emotieloze ogen had hij al sinds hij uit zijn Country verbannen was. Hij zat in de Wind Country, maar toen hij zag dat een meisje lastiggevallen werd door een man, wilde hij haar helpen. Dit gevecht liep echter uit de hand, omdat de man het meisje echt wilde aanranden. Hij was net op dat moment in de buurt van het hutje, waar het vol lag met messen. Toen de man hem wilde vermoorden door zijn handen rond zijn keel te leggen, had Keiji gauw een mes gegrepen en deze in de man zijn rug gestoken. De man was, met zijn ademhaling haperend, van zich afgevallen. Het meisje had hem bedankt en beloofd om te zwijgen, maar iemand van de Country had het al gezien, waardoor Keiji de volgende periode verbannen werd uit zijn Country. Nu doolde hij eenzaam rond. Hij had het meisje al een paar jaar niet gezien, wist zelfs haar naam niet eens, maar kon haar zachte lippen als de dag van gisteren nog op zijn lippen gedrukt voelen. Zonder iets te zeggen was hij weggelopen na de kus, maar de kus was wel in zijn geheugen gegrift, evenals het gevoel dat zijn lippen hadden gekregen. Nu was hij emotieloos, ronddolend met Dwana, maar deze keer had hij wel een doel.
Gajeel. Het was al lang geleden sinds hij de kerel gezien had, maar Keiji had in een impuls bedacht om hem nog eens op te zoeken. Hij had dit aan Dwana voorgesteld, die Gajeel nog wel herkende en vluchtig met haar hoofd geknikt had. Evenals Keiji was ze iemand met emotieloze ogen, maar alleen zij toonde haar emotie wel aan Keiji, soms ook aan goede vrienden van hem, zoals bij Gajeel. Keiji daarentegen had dankzij zijn eigen daad en zijn gevoelens daarbij met zich afgesproken dat hij zijn gevoelens aan niemand meer zou laten zien. Soms, heel soms, kwam het voor dat hij dit wel aan Dwana deed om haar bepaalde factoren duidelijk te maken, maar dat was slechts maar heel vluchtig, bijna onopvallend voor mensen of andere pets. Dwana had hem echter meteen begrepen en dat zou ze nog steeds doen, iets wat hij wel apprecieerde aan zijn pet. Hij keek rond zich heen, waardoor hij even stopte met lopen. Hij voelde Dwana’s kopje tegen zijn been en keek haar even aan. Dwana deed een hoofdknik naar boven. Vaag herkende Keiji de stenen waar hij gezeten had, maar hij schudde zijn hoofd. Hij deed een hoofdknik naar voren, waardoor Dwana knikte. Ze begreep het teken die hij wilde geven. Hij wilde doorlopen naar een meer groenig gebied, ook al zou hij meer verwachten dat Gajeel bij de stenen te vinden zou zijn om te trainen. Misschien had hij geluk en was de man net op dit moment een duik aan het nemen in het tropische meer. Keiji had zijn bekende spijkerbroek aan, met daarop zijn wit-zwart gestreepte shirt. Zijn ketting van een kruis hing om hem heen en zijn paarse ogen schitterden vaag. Het kleine kruisje onder zijn linkeroog, wat zwart was, was alleen maar zwarter geworden, wat het wel vaker werd in donkere zomers.
Zijn blonde, piekerige strohaar, stak flink naar voren. Zijn haarpunten waren driehoekig en de langste lok viel tot zijn hals. Het volgde zelfs zijn hals een eindje naar beneden, de rest was een opgehoopt hoopje op elkaar, dat bijna nooit leek te bewegen. Ondanks dat hij zijn haar kamde, bleef het altijd zo vallen. Nou ja, hij vond het wel wat hebben. Het paste wel bij hem, ook de kleur van zijn ogen. Misschien werd hij gewoon als ‘mysterieus’ omschreven. Gelukkig hoefde hij geen Outlaw te zijn, anders was hij met zijn blonde haar gewoon veel te opvallend. Nee, de moord op die man was de enige moord die hij in zijn hele leven zou begaan. Zelfs al zou datzelfde meisje van de Wind Country, als ze nog leefde, weer lastiggevallen worden, iemand vermoorden voor haar zou hij niet meer doen. Hij moest onwillekeurig terugdenken aan de kus en sloot zijn ogen even, maar besloot op te houden met hieraan te denken. Ze was hem waarschijnlijk vergeten, dacht misschien nooit meer terug aan die kus. Hij zou waarschijnlijk niet meer in de haar gedachten zitten, dus dan zou zij dat ook niet bij hem moeten zijn. Bovendien was het allemaal een paar jaar geleden, dus hoefde hij zich er eigenlijk niet meer druk om te maken. Keiji schudde het weg en liep toen verder. Toen hij het tropische gedeelte van de wouden tegen kwam, keek hij om zich heen. Zou Gajeel hier werkelijk zijn? Zonder iets te zeggen, omdat hij anders koppijn kreeg, liep hij een heuveltje af, meer naar een meertje toe. Ook al zou hij moeten spreken, dan zou hij zijn zinnen nog kort houden. Als hij een lange zin zei, had hij de rest van het uur gewoon hoofdpijn. Hij schudde zijn hoofd en liet zich toen op de grond vallen.