|
| Auteur | Bericht |
---|
Toshiro
Ervaring : 32
| Onderwerp: Nothing can be explained wo jan 09, 2013 8:29 am | |
|
Toushiro
You tear me d o w n And then you pick me u p You take it all and still it's not enough You try to tell me you can heal me But I'm still b l e e d i n g
--------------------------------------------------------
Winter in the Snow Country. Het was altijd op een totaal andere schaal dan in de andere Countries. Veel kouder. In de achterwijk van Sapporo hadden de meeste mensen zich rond een vuurtje verzamelt. Vrienden en vijanden stonden naast elkaar. Het leek vredig, maar hij wist maar al te goed dat er veel spanning tussen die mensen was. Zodra de tempratuur ver genoeg omhoog was geschoten zouden ze elkaar weer proberen af te maken. In de rest van de stad was het vrediger. De meeste mensen liepen in dikke winterjassen en hadden een wollige sjaal om. Iets wat hij miste. De meeste mensen keken hem na alsof hij van een totaal andere planeet kwam. Waarschijnlijk omdat hij in een zwart shirt met korte mouwen liep. Ooit had het lange mouwen gehad, maar die had hij er beetje bij beetje vanaf gescheurd om zijn wonden te verbinden. Gelukkig was Toushiro aan deze vrieskou gewend, dus kon hij het wel verdragen. Al zou hij toch in de problemen komen als het nog kouder werd. Een luide gil vulde de straten en alle andere stemmen vielen plots stil. Zijn blik werd richting een vrouw getrokken die zojuist bruut was berooft en op de grond gewerkt. Toushiro kon achter de dief aangaan, maar het enige wat hij deed was toekijken hoe een aantal mensen de vrouw hielpen opstaan. Er was ook niemand anders die achter de dief aanging. Iedereen wist dat het toch geen nut had en het was hier nu ookal zo normaal dat bijna niemand er meer van opkeek. Het was gewoon de normale gang van zaken. Roven en beroofd worden. Voor rovers was het de enige manier om te overleven in deze wereld. En zeker nu de Snow Country in chaos lag en er ieder moment een aanval kon komen van een andere Country. Toushiro had lange tijd ook zo geleefd. Nu moest hij soms zelfs nog stelen wilde hij overleven. De jongen legde even zijn hand op zijn buik, net onder zijn ribben. Hij was nog steeds aan de magere kant, maar er was weinig van te zien aangezien zijn kleren over de meeste delen van zijn lichaam vielen. Het was eigenlijk alleen een beetje te zien aan zijn armen. Een zucht verliet zijn mond en hij liep verder door de straten. Zijn gedachten dwaalde af naar de tijd dat hij voor het eerst op straat werd gezet. Hij wist er niet veel meer van, maar er waren zekere dingen gebeurd die voor altijd in zijn hoofd stonden gebrand. Plots werd hij uit zijn gedachten getrokken toen hij tegen iemand opliep. Een simpele sorry kwam uit zijn mond voor hij opkeek. Het gezicht van de persoon kwam hem wel heel erg bekend voor. Was het…? Kon toch niet…? ‘Milu…?’ zei hij zachtjes terwijl hij ietwat geschokt naar het meisje keek.
Milu only
© M'non
|
| | | Milu
Ervaring : 6
| Onderwerp: Re: Nothing can be explained za jan 12, 2013 10:02 pm | |
| Milu dwaalde door de straten van Sapporo. Dat deed ze wel vaker de laatste tijd. Door de kou bleven de meeste mensen binnen, bovendien was het niet zo veilig als het ooit was geweest in Sapporo. De straten waren stil en verlaten. Milu blies wolkjes uit, kleine rook sliertjes kringelden omhoog naar de grijs witte lucht. Een sneeuwlucht waar geen sneeuw uit kwam. Nog niet, nog niet. De wereld om haar heen was grauw en koud. Haar krullen staken daarbij vlammend af. Als een vuur dat knisperend rond haar ronde gezichtje danste. Zachtjes neuriede ze een liedje dat ze ooit op een piano had kunnen spelen. Er was zo veel aan haar voorbij gegaan, maar soms moet je alles verliezen om te begrijpen wat het is om te bezitten. Terwijl de eerste sneeuw uit de lucht kwam vallen sloeg Milu weer een nieuwe straat in, waarvan de naam haar niks zei. Te ver de stad in getrokken, te ver van haar oude vervallen herenhuis dat ze had gekraakt met de eerste forst. Ze blies in haar koude handen en stopte ze daarna diep weg in de grote zakken van haar lange zwarte jas. Haar gezicht zat tot aan haar neus in een dikke wollen sjaal. Haar blik gericht op haar voeten. De koude deed haar weinig, de eenzaamheid des te meer. terwijl haar ogen bleven kijken, keken haar gedachten niet mee. Die keken naar een warrige film van stukjes aan elkaar genaaide herinneringen. Tijden waarin ze vrolijk was geweest, en tijden waarin ze had moeten vechten voor een ellendig bestaan. Tijden waarin ze alles had en tijden waarin alles uit haar kleine handen leek te glippen. Voor haar neus was alles weggekaapt waar ze ooit waarde aan toegekend had. Een gil. Milu’s hoofd schoot omhoog. Dit was dan ook niet de beste buurt van Sapporo waar je op dit moment, met deze stand van zaken, moest zijn. Een bekend gevoel bekroop haar. Het voelde alsof alle vloeistof die ze in zich had naar haar handen stroomde. Klaar voor de aanval. De aanval kwam niet. Het bleef stil. Met een snelle pas liep ze door, terug was geen optie. Dan zou ze morgen wakker worden als vandaag. Want de tijd stond stil en ging zo vlug dat het benauwde. Je verdronk in de minuten die verspild werden aan hopeloze woorden. Zinloze daden. Vormeloze stappen. De zelfde fouten werden alsmaar herhaald en tranen bestreden alsof het ongedierte was. Terwijl ongedierte ook een functie had. God maakt geen fouten. Dat hadden Milu’s oren zo vaak gehoord dat het klonk als een te vaak gespeeld nummer op de radio. Weer een hoek om, blik gericht op het einde van de verlaten straat. Tijd is een illusie en als ze net wat sneller zou lopen zou ze sneller de andere kant van de straat halen. In het midden van de straat bleef ze staan. Haar magere hand pakte het koude ijzer van de lantaarnpaal naast haar. De kou sloop in een razend tempo door haar lichaam. Ze keek achterom en zocht steun bij de paal. Als je lang in eenzaamheid verkeerd gaan zelfs de doodste dingen leven. Ze keek op naar de lucht. Haar krullen zaten nu vol met sneeuw want de kleien onschuldige vlokjes waren inmiddels veranderd in grote vlokken die de grauwe straten wit kleurden en het raar genoeg toch iets vriendelijker lieten lijken. Maar schijn bedroog nu meer dan ooit. De sneeuw achter haar was al belopen, een slingerend pad van kleine voetjes die ze herkende als die van haar, maar toch ook niet. Als een oude vriend in de ogen kijken in de buitenkant wel herkennen maar de binnenkant niet. De sneeuw voor haar was nog schoon. Een blanco papier, een schone lei. Een nieuw begin zou hier van start gaan, ze had zich al te lang stil gehouden.
Haar hand verliet de paal. Haar rechtervoet was het eerste stukje Milu dat kennis maakte met een nieuwe wereld. En terwijl ze haar hele lichaam over de denkbeeldige grens heen werkte wenste ze vurig dat de obstakels hoog genoeg zouden zijn om haar spijt te laten krijgen van haar zo juist genomen beslissing. Aan de andere kant van haar eigen grens aangekomen draaide ze zich weer om. Even leek het alsof er een meisje voor haar stond. Bij de paal waar ze net nog houvast had gezocht en niet gekregen. Haar hand hield de paal vast, haar rode krullen, vol met witte vlokken, dansten in de lichte wind die er stond. Ze was bleek en mager maar keek vastbesloten voor zich uit. Milu hief haar hand en zwaaide naar het meisje waarna ze toekeek hoe de wazige fantasie zich door de wind liet mee slepen naar verre oorden waar Milu nog nooit was geweest. Ze draaide zich om en liep naar het eind van de straat. En terwijl ze de hoek omsloeg botste ze tegen een lichaam op. Haar eerste obstakel, haar eerste confrontatie met zichzelf was een jongen met wit haar en wonderlijke groene ogen. ‘Toushiro.’ haar zachte stem verliet haast onhoorbaar haar mond terwijl ze antwoordde op zijn vraag. Ja zij was het en nee zij was het niet. |
| | | Toshiro
Ervaring : 32
| Onderwerp: Re: Nothing can be explained ma jan 14, 2013 4:39 pm | |
|
Toushiro
I'm here to s t a y
But I never meant to b e l o n g
'Toushiro.' Ja, het was echt Milu. Niet een of andere illusie die hij zichzelf voor de geest haalde. Ze was het echt. Een kleine glimlach verscheen op het gezicht van de jongen, maar hoe blij hij ook was om haar weer te zien, veel blijdschap straalde het echter niet uit. Misschien omdat hij zich schuldig voelde dat hij haar in de steek had gelaten. Voor zijn gevoel tenminste. 'Tis echt een tijd geleden, niet?' Toushiro wist de glimlach tijdens zijn zin nog op zijn gezicht te houden, maar eenmaal het laatste woord te hebben uitgesproken, verdween het. Zijn turquoise ogen dreven een beetje schuin naar beneden af. Kijkend naar de sneeuw op de grond. 'Zeg eens Milu..' Zijn blik ging weer naar het gezicht van het roodharige meisje. 'Waarom ben je naar The Snow Country gekomen? Tis hier een grote bende,' vervolgde hij. The Snow Country was nu misschien wel een van de meest vreselijke plekken om te zijn. De oorlog had gezorgd voor enorme chaos en niks was meer wat het vroeger ooit was geweest. Je werd vaak constant in de gaten gehouden door mensen die wachtte op het juiste moment om je van je spullen te beroven. Hij zou er niet eens van opkijken als iemand hen nu in de gaten hielt. Misschien was alles minder chaotisch geweest als the Snow Country een Kage had, maar daar wilde Toushiro niet aan denken. Hij had een hekel aan Kage's hoewel hij wist dat het ook maar gewoon mensen waren. Een rilling veroorzaakt door de kou liep over zijn rug. Hoe lang zou hij het nog zo kunnen volhouden met die korte mouwen? Waarschijnlijk niet heel lang meer. 'Laten we een wat warmere plek opzoeken,' sprak hij terwijl hij zijn eigen armen vast pakte.
OOC ;; Turquoise is een raar woord om te typen XD Meh, flut >< Hoop dat je er wat mee kan c:
© M'non
|
| | | Milu
Ervaring : 6
| Onderwerp: Re: Nothing can be explained do jan 24, 2013 7:49 pm | |
| 'Toushiro.' was haar bevestiging van zijn stille vraag. Toushiro glimlachte zachtjes. Misschien door haar aanzicht, misschien niet. Zij had niks om te glimlachen, daarom deed ze het toch. Een beetje weemoedig. Niet dat hij er zo vrolijk uitzag. 'Tis echt een tijd geleden, niet?' zei hij glimlachend, maar zodra de woorden wegdreven op de gure wind verdween die lach. Net zo als de woorden waarschijnlijk, meegenomen door het koude weer. ‘Ja, best wel, hè…’ antwoordde ze alleen. Zo weinig als ze sprak, zo veel bekeek ze hem. De gene waar ze voor een deel haar leven aan te danken had. Hij stond hier nu voor haar, kort shirtje, mager en… beschaamd. Zijn ogen waren gericht op de met sneeuw geplaveide grond. 'Zeg eens Milu..' begon hij. Zijn ogen vonden een weg naar boven tot hij haar aankeek met die wonderlijk gekleurde ogen. Ze was nog nooit iemand anders met zulke prachtige ogen tegen gekomen, en zeker niet met deze kleur. En misschien was het daarom. Daarom dat ze zo mooi waren. Milu wist haast zeker dat dit haar lievelings kleur moest zijn. 'Waarom ben je naar The Snow Country gekomen? Tis hier een grote bende,' sprak Toushiro. ‘Als ik dat zelf wist zou ik hier niet zijn.’ antwoordde ze simpel deed langzaam haar lange sjaal af. ‘Je hebt het veel te koud zo.’ mompelde ze zacht en als hij een goed gehoor had kon hij misschien de bezorgde ondertoon horen in haar zangerige stem. Ze hield de sjaal in haar linkerhand en met een simpele beweging van haar rechter verwijderde ze al het vocht van zijn huid en uit zijn kleren en haar. Voorzichtig kapselde ze zijn nek en schouders in met haar sjaal en veegde een wit plukje haar van zijn voorhoofd. ‘In tijden als deze moeten we leren te delen.’ glimlachte ze. 'Laten we een wat warmere plek opzoeken,' zei Toushiro alleen, en pakte zijn eigen arm. Milu knikte. Ze vlocht haar koude vingers om zijn pols en trok hem mee. Ze wist niet waar ze heen ging, maar dat maakte niet uit. Er waren hier genoeg leegstaande huizen. Ze trok de jongen mee door de verlaten straten en ze kwam uit aan de rand van de stad, bij een bos. Een eindje verder hield het bospaadje op. Milu begeleidde Toushiro door de struiken, dieper het bos in. Een hoge ijzeren poort zorgde er voor dat ze niet verder konden. Erachter lag een overwoekerd pad door een dicht bos, maar als het niet zo hard zou sneeuwen zou je tussen de bomen een glimp hebben opgevangen van een klein wit huisje. De muren waren grotendeels begroeid met klimop, net zoals de ramen en de deur. Ooit was Milu hier al eens geweest. Toen stond het ook al leeg, maar ze was er niet lang gebleven. Waarom wist ze niet, het was een sprookjesachtige plek. Achter de ijzeren poort, versiert met sierlijke vormen die op vogels leken, leek de oorlog niet te bestaan. Milu duwde tegen de poort aan, maar hij ging niet open. ‘Bevroren.’ mompelde ze. Geconcentreerd ontdooide ze het slot en opende toen de deur. Ontdooien was iets wat ze als eerste had geleerd, het was stukken makkelijker dan iets laten bevriezen. ‘Kom.’ ze wenkte Touschiro en sloot de poort zorgvuldig achter hem. Niemand had hen gezien, dat wist ze zeker. Niemand kwam hier ooit. In dit bos wat zogenaamd vol spoken en geesten zat. En de sneeuw zou hun sporen snel uitwissen. Perfect. Ze draaide zich om en liep voor de jongen uit het pad op. Ze moest wel wat over struiken heen stappen, maar het ging nog aardig. Ze bleef even stil staan voor het huisje en nam het even in zich op. Eigenlijk was het een heel klein bos, bijna geen bos te noemen. Het huisje lag eigenlijk vlakbij de stad, alleen door de omweg die ze hadden gemaakt leek het verder. Ze veegde de klimplanten aan de kant en ontdooide ook dit slot. De deur kraakte zacht. Alles was nog in tact, van de vorige keer dat ze hier kwam. ‘Daar op tafel liggen lucifers en daar in de hoek het hout. En daar is de openhaard, zoals je ziet. Ik ga de rest na checken. Succes.’ zei ze alleen en liep de andere kamers langs. De bedden maakte ze op met de oude versleten dekens die er nog lagen, en ze maakte haar weg weer terug naar de woonkamer. Er stond niet een meer een bank, alleen een oude fauteuil met gaten in de bekleding, en een versleten kleed op de vloer voor de openhaard; waar ze op plaatsnam om zich te warmen aan het vuur. ‘Alles is zo mistroostig de laatste tijd.’ mompelde ze zacht en plukte wat aan het tapijt.
OOC: Ik kon er zeker wat mee dus... En ik weet niet eens of ik wel zo'n bos-ding uit mijn duim mag zuigen, maar ik heb het gedaan... Tighihi |
| | | Toshiro
Ervaring : 32
| Onderwerp: Re: Nothing can be explained za jan 26, 2013 5:19 pm | |
| De warmte van de sjaal, de warmte van Milu. Het voelde goed. Geruststellend. Het was een hele tijd terug sinds hij de warmte van een ander persoon had gevoelt, maar het was zeker niet een van zijn beste herinneringen. Het liefst wilde hij die herinnering kwijt, maar dat zou nooit gebeuren. Nooit kunnen gebeuren. 'In tijden als deze moeten we leren te delen.' Hoorde hij Milu zeggen. Toushiro knikte en stelde vervolgens voor om een wat warmere plek op te zoeken. Ze hadden geen reden om in deze straat te blijven staan en van de kou te genieten. Het meisje stemde ermee in en pakte zijn pols beet. Ze nam hem mee door de straten van Sapporo. Waarheen wist hij niet en Milu leek dit zelf ook niet echt te weten. Vragen stelde hij niet. Er was geen woord en geen letter dat hij over zijn lippen drukte. Hij liet alles maar gewoon over zich heen komen en zag wel waar hij eindigde. Zolang als hij met Milu was, was hij voorlopig wel tevreden. Hij vertrouwde haar. Het meisje bracht hem naar de rand van de grote stad waar ze samen het bos in gingen. Toushiro kende Sapporo goed. Evenals de bossen eromheen. Hij had hier tenslotte een lange tijd van zijn leven doorgebracht. Elke boom, elk gebouw, elke straat kende hij eigenlijk wel, maar dit. Dit hier was toch een beetje onbekend terrein. Toch kwam het hem allemaal wel bekend voor, maar hij kon zijn vinger er niet achter krijgen. Een grote ijzeren poort zorgde ervoor dat ze niet meer verder konden. Toushiro besteedde even geen aandacht aan wat er achter de poort lag. De poort zelf trok zijn aandacht. Milu liet hem los en deed een poging de poort op te krijgen, maar zonder al te veel succes. 'Bevroren.' Bevroren? De jongen bekeek het slot nog even voordat Milu het begon te ontdooien. Sloten bevroren niet zo makkelijk. Niet op deze manier. Het moest wel met opzet gedaan zijn, maar waarom? 'Kom,' zei het roodharige meisje en haalde hem uit zijn gedachten. Het zal wel niks zijn, ging er door zijn hoofd en hij zette zijn eerste stappen in de tuin van een klein, wit, verlaten huisje. Terwijl Milu de poort achter hem sloot en alvast vooruit liep over het paadje, dreven zijn turquoise ogen door de tuin heen. De meeste begroeiing hoorde hier waarschijnlijk niet te zijn. Niet volgens de bedoelingen die de eigenaren hadden. Er waren nog verschillende sporen waaruit hij kon opmaken hoe de tuin er oorspronkelijk uit had gezien. Voor alles zo veranderde. Terwijl hij Milu richting het huisje volgde, bedacht hij hoe alles er ooit uit had gezien. Het was eigenlijk best mooi geweest, maar voor zijn gevoel wat te kaal en te netjes. Het zachte kraken van de deur deed hem weer op de weg voor hem concerteren. Toushiro stapte door de deuropening en keer rond. Het kwam hem hier echt bekend voor. 'Daar op tafel liggen lucifers en daar in de hoek het hout. En daar is de openhaard, zoals je ziet. Ik ga de rest na checken. Succes.' De jongen draaide zich op naar Milu toen ze alles had opgenoemd en aangewezen. 'Wa-' een heel woord kwam er niet uit zijn mond toen hij het meisje verder het huisje in zag lopen. Verwachtte ze nou serieus dat hij hier een vuurtje ging maken? Nou ja, hij kon het proberen. Toushiro pakte het hout op en legde het in de openhaard. Vervolgens pakte hij de lucifers en ging op zijn knieën bij de openhaard zitten. De jongen opende het doosje en haalde er een lucifer uit. Het duurde even voor hij had uitgezocht hoe het werkte en ook daadwerkelijk een vuurtje had, maar alles ging goed en het lukte uiteindelijk toch. Milu was ondertussen alweer terug gekomen en had plaats genomen op het tapijt. De jongen stond op nadat hij zijn handen wat had opgewarmd en ging naast Milu zitten. 'Alles is zo mistroostig de laatste tijd.' Toushiro keek haar eventjes aan. 'Ik weet wat je bedoelt, maar ach, ik ben eigenlijk niet anders gewend.' Dat laatste zei hij zuchtend terwijl hij zich achterover liet vallen. Zijn eigen armen gebruikte hij als een soort van kussentje. Ondertussen staarde zijn turquoise ogen naar boven. Naar het plafond. Vervolgens dreven ze opzij af richting een van de ramen. Het raam was vies en er hingen enkele klimop planten voor. Toch kon hij de wereld buiten nog zien. Zijn gedachten dwaalde weg en terwijl hij zijn ogen sloot begon hij zachtjes te neuriën. Bijna onhoorbaar. Het geneurie veranderde langzaam maar zeker in woorden. 'Koyoi, tsuki ga mienai naraba kumo no kirema hitasura matou. Koyoi, kimi ga miageta sora ni wa tsuki ga miete iru no darou ka.' Het was een liedje wat hij vroeger wel eens had gezongen. Toen hij zich had aangesloten bij een bende geleid door een jongen genaamd Daisuke. Of 'great helper'. Zo werd hij ook wel eens genoemd. Niet gek aangezien dat de letterlijke vertaling was van zijn naam. Toushiro had veel te danken aan hem. Hij had hem een plek gegeven waar hij zich thuis kon voelen. Precies op het moment toen hij het het meest nodig had. Toushiro zijn ogen schoten open en hij ging rechtop zitten. Waarom was het hem niet eerder te binnen geschoten waarom die sloten zo waren bevroren. De jongen stond op en liep het huisje wat verder in. Uiteindelijk bleef hij midden in de gang stilstaan. Met zijn linkerhand pakte hij de handvat van zijn Zanpakutō stevig vast en haalde de katana uit de schede - die hij op zijn rug had vastgemaakt. De jongen haalde uit naar het plafond met het zwaard waarna een heel gedeelte instortte. Van alles en nog wat kwam oplaag vallen. Toen al het stof eenmaal wat was verdwenen zocht Toushiro naar bepaalde spullen die tussen het puin lagen. De gene die die sloten had bevroren, was hij zelf geweest. Het was een hele tijd geleden, maar aangezien het in The Snow Country altijd zo koud was, was het niet zo gek dat die sloten nog steeds bevroren waren. De rede was simpel; het beschermen van de spullen die je in leven hielden. Die spullen waren voedsel en water. Hij en Daisuke moesten al hun gestolen goederen ergens kwijt en een verlaten huis was daar een geschikte plek voor. Geen wonder dat het hem hier allemaal zo bekend voor kwam. Toushiro baande zich glimlachend een weg terug naar Milu door het puin. 'Hey Milu, kijk eens,' sprak hij en legde de spullen op het tapijt neer. 'Het water is bevroren, maar dat kunnen we ontdooien. Wat het eten betreft; het is allemaal lang houdbaar, dus het moet geen probleem zijn.' Hij zette de flesjes water bij het vuur neer en maakte een pakje koekjes open. Ze smaakte misschien niet geweldig meer, maar het was te doen. Alles beter dan niets, toch?
OOC ;; Dit gebeurd er dus als ik geen zin heb om te stoppen met typen XD Btw, vertaling van wat hij zingt: 'Tonight, if you can’t see the moon, then let’s wait earnestly for the breaks in the clouds Tonight, I wonder if you can see the moon in the sky that you looked up at.' Dit is trouwens het officiele liedje c:
|
| | | Gesponsorde inhoud
| Onderwerp: Re: Nothing can be explained | |
| |
| | | |
Pagina 1 van 1 | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |