|
| Auteur | Bericht |
---|
Dakotah
Ervaring : 271
| Onderwerp: What have I done? za sep 10, 2011 5:03 pm | |
|
Anna ligt in mijn armen. Ik kijk naar de prachtige baby. Zo lief als ze is, zo pijn doet mijn hart. Ik heb net gehoord dat mijn neef uit de Country is vertrokken. Hij is verbannen. Ik voel woede in mezelf opkomen en ik moet een woedeaanval onderdrukken. Nee, ik mag nu niet boos worden! Niet met Anna in mijn armen. Nogmaals kijk ik naar de prachtige baby. Ze heeft al een beginnetje van zwarte haartjes, maar je ziet het alleen als je heel dichtbij bent, net zoals je doet als je jezelf aan het epileren bent. Ik kijk naar de schat in mijn armen en tranen glijden over mijn wangen. Ik kan niet bij haar blijven. Ik moet naar mijn neef toe. Maar wat dan met het kind? Ik weet inmiddels dat ze Anna heet. Een lieve vrouw heeft het mij verteld. Ze vond het zo zielig dat er een middeltje voor mij gebruikt was, om mij alles te laten vergeten. Maar nu weet ik weer alles. Alleen die nacht met de vader van haar kan ik maar niet herinneren. Ik zucht. Ik kijk weer naar het meisje. Ze kijkt omhoog en kraait van plezier. Ik moet nog harder huilen. Ik voel woede in me opkomen en met alle kracht die ik in mijn nogal tere botten heb, probeer ik het te onderdrukken. Ik mag Anna geen pijn doen. Ze moet toch van iemand een voorbeeld krijgen? Aan de andere kant kan ik ook niet bij haar blijven. Nee, dat mag ik niet. Ik ben al half in opstand gekomen voor hem. Voor mijn neef. ‘Sorry, prachtige meid. Ik kan niet bij je blijven,’ klinkt er als een fluistering. Het duurt dan ook even totdat ik doorheb dat ik zelf die fluistering doe. Ik aai het meisje, die me raar aankijkt. ‘Sorry,’ piep ik en huilend druk ik haar tegen me aan. ‘Ik kan niet bij je blijven. Maar hier zijn mensen die je zullen opvoeden. Dat beloof ik,’ fluister ik. Ik sta op. Ik leg het meisje voorzichtig neer en wikkel het doek, wat om haar heen is gebonden om haar warm te houden, beter om haar heen. Ik wil niet dat ze kou leidt. Ze mag niet de koude voelen die ik in mijn hart heb. ‘Het spijt me,’ zeg ik. Dan draai ik me om. Ik hoor gehuil, maar ik negeer het met al mijn kracht. Eenmaal buiten de Country, zie ik iemand lopen. Het is een jongen, ongeveer rond de achttien. Ik voel adrenaline in mijn aderen en loop op hem af. Hij draait zich om en die vonk van herkenning schiet door mijn aderen. Ik bijt met mijn tanden op mijn lip. ‘Klootzak,’ fluister ik en even staan we recht tegenover elkaar. Jammer dat ik mijn boemerang niet bij me heb, anders zou ik er nu al een einde aan kunnen maken, aan deze nachtmerrie. ‘Ik zorg nu voor haar,’ durft hij te zeggen en hij draait zich om. Ik zak huilend in elkaar.
Dakotah schoot overeind en voelde tranen over haar wangen. Neef, boemerang, Anna, jongen van achttien… Het paste allemaal zo goed bij elkaar. Ze voelde opnieuw adrenaline door haar aderen. Weken waren eroverheen gegroeid sinds ze de eerste droom had gekregen. Haar ogen stonden verwijd, maar kregen een rode glans. Ze pakte haar boemerang en gromde even. Met haar bh was ze verschrikkelijk aan het sukkelen. Bijna trok ze de fluwelen stof kapot, maar ze kon zich er nog net van weerhouden. Hij zou het bezuren, dat hij haar in de steek had gelaten. Was hij wel werkelijk achttien in de droom? Ze wist het niet. De woede nam het in haar over. Die dromen. Zij was het. Zij was dat meisje. En die jongen, dat was de vader van Anna. Elke droom was een puzzelstukje geweest die langzaam in elkaar viel. Ze gromde opnieuw. ‘Nu ga ik je hebben, gore klootzak,’ fluisterde ze en ze stond op. ‘Nu zal ik je hebben. Denk maar niet dat je er vanaf komt,’ zei ze en ze zei nog een Spaans vloekwoordje. Daarna ging ze het huisje van Satsuji uit. Ze had haar spijkerrokje in alle haast aangetrokken. Ze streek die glad. Ze legde haar hand op haar heup, waar haar boemerang nu was. ‘Ik zal je,’ zei ze en ze keek voor zich uit. Haar ogen hadden een felrode glans, alsof ze een vampier was die gevoed wou worden met mensenbloed. Ze had maar een doel: de Water Country. Ze gromde opnieuw en ze liep verder. Het was wel een eindje lopen, maar ze had het er graag voor over. Hij zou het bezuren voor al die pijn die hij had aangebracht. Voor al die middeltjes die hij had gebruikt om haar geheugen te wissen. Haar dromen hadden het verfrist voor haar. En ze zou Anna meenemen. Haar Anna. Ze gromde opnieuw en voelde de pijn in haar hoofd. Nee! Ze wou Anna niet meenemen. Anna was… Anna mocht niet hetzelfde leven leiden als zij. Ze mocht geen moordmachine worden. Dakotah kon nauwelijks geloven dat ze een dochter had. Haar dochter. Onder al dat rood door, glansden de ogen van Dakotah. Dit ging snel weer voorbij toen ze het bordje las waar ze moest zijn. Ze gromde opnieuw. Ze wist precies waar ze moest zoeken. Maar eerst wou ze Anna zien. Nee! Ze ging Anna niet zoeken. Anna zou zich doodschrikken. Ze wou het kind niet laten zien dat zij haar vader vermoordde. Ja, moorden, dat was nu het enige wat ze wou doen. De pijn die hij veroorzaakt had bij haar, de tranen die ze gehuild had om hem en ook de pijn die ze met Satsuji had gedeeld – dus waar Satsuji ook deels onder geleden had – moest hij terugbetalen. Met zijn leven, welteverstaan. Ze gromde. Moord. Moord. Moord. Ja, alleen dat was als een merk op haar voorhoofd gebrand, figuurlijk dan. Een bloemachtig veldje was te zien, door haar roodachtige ogen. En daar stond hij. De klootzak. De sukkel. De vader van Anna.
De jongen draaide zich om. Dakotah voelde een steek door haar hart en haalde diep adem. De jongen keek haar aan, leek haar te herkennen. ‘Klootzak,’ fluisterde Dakotah, evenals het meisje in haar binnenste. ‘Waar is ze?’ vroeg ze zacht, maar de jongen kon de scherpe ondertoon heus wel horen. ‘Ze is veilig,’ zei hij en voorzichtig kwam hij dichterbij. Instinctief legde Dakotah haar hand op haar heup. ‘Waar is ze!’ schreeuwde ze woedend. Ze voelde dat de rode kleur bij haar ogen langzaam maar zeker roder werd. ‘Veilig,’ beantwoordde hij haar geschreeuw. Hij kwam dichterbij. Dakotah stapte achteruit en hij wist haar vast te zetten tegen een boom. ‘Ze is veilig,’ fluisterde hij en hij begon haar in haar hals te zoenen. Dakotah sloot haar ogen en voelde de tranen over haar wangen stromen, vermengd met verlangens. ‘Ik heb je gemist, Dak. Ik dacht dat je nooit meer terug zou komen,’ hijgde de jongen in haar nek. ‘Rjoti, rot op,’ zei Dakotah zacht, maar helaas niet overtuigend. De jongen zette zijn handen tegen de boom en drukte daarmee Dakotah nog meer tegen het schors. ‘Ik wil je,’ fluisterde hij en hij zoende haar. ‘Ga weg,’ gromde Dakotah en ze probeerde hem weg te duwen, maar haar handen waren zwak geworden. Dit ging fout. Dit ging gruwelijk fout. ‘Ik weet dat je me wilt,’ fluisterde hij. Hij drukte zijn lippen bijna op de hare, als Dakotah hem niet tegengehouden had. Ze duwde hem achteruit. ‘Waarom heb je me verdoofd?’ schreeuwde Dakotah en ze probeerde zich uit de benarde positie te helpen. De jongen duwde haar echter weer terug en liet zijn lippen naar haar hals glijden. ‘Het was nodig,’ zei hij, nu haast hijgend. Toen hij haar wou zoenen, sloeg Dakotah tegen zijn wang. ‘Houd op!’ schreeuwde ze. Hij pakte haar keel vast en duwde haar tegen de boom. ‘Vuile loeder, doe wat ik zeg!’ zei hij haar en hij zoende haar opnieuw. Hij duwde zijn tong ruw in Dakotahs mond. Dakotah klemde haar tanden op elkaar, dus ook op zijn tong. Hij schreeuwde het uit en sloeg haar in haar gezicht, zodat er een blauwe plek te zien was. Dakotah schreeuwde het uit en duwde hem achteruit. Ze wou naar haar boemerang grijpen, maar de jongen duwde haar met al zijn kracht op de grond. Hij trok zijn mes en hield Dakotah met zijn knieën tegen de grond. ‘Ze houdt niet van je,’ zei hij in haar gezicht. ‘Wel!’ snauwde Dakotah. ‘Blijf met je poten van mijn dochter af!’ schreeuwde ze in zijn gezicht, waarna ze opnieuw een klap kreeg. De jongen duwde zijn mes tegen haar keel. ‘Jammer dat ze je nooit zal ontmoeten,’ zei hij en een valse grijns kwam om zijn mond. Dakotah schoot in de lach. Haar keel schraapte pijnlijk tegen het mes. ‘Volgens mij ben jij diegene die hier sterft,’ zei ze en haar knie ging omhoog, recht in zijn ballen. Ze pakte haar boemerang, mikte en gooide toen op haar best.
Het lichaam viel van haar af, op de grond. Alleen het lichaam. De kop was weg, die lag ergens in het gras. Het mes lag – met een bloedende punt – naast haar. Het was van haar hals gegleden. Dakotah voelde bloed stromen uit haar hals, maar haar ogen waren gefixeerd op een punt. Het meisje met de korte, zwarte haren, keek haar bang aan. Ze was identiek aan Dakotah. Dezelfde, mollige schouders, het slanke buikje en bovenal de mooie, lange benen, waar nog ietsjes vet aan hing omdat ze nog jong was. ‘Anna,’ fluisterde Dakotah. ‘Papa?’ vroeg het meisje vragend en ze wees opzij, naar de jongen, die dood op de grond lag. Ze keek vragend naar zijn hoofd, die een eindje verderop in het gras lag. ‘Nee,’ zei Dakotah zachtjes en ze trok het meisje naar haar toe toen die naar het hoofd wou lopen. Het meisje keek haar eerst heel erg bang aan. De grijze ogen van het meisje waren mooi, betoverend. ‘Anna,’ fluisterde Dakotah en ze knuffelde het meisje. ‘Mama!’ kraaide het meisje vrolijk en ze sprong op en neer. Glimlachend bekeek Dakotah het meisje, toen ze opeens geluid hoorde. Twee wachters kwamen vanuit de struiken vandaan. Dakotah herkende ze niet: vast twee nieuwe wachters. Ze keken eerst naar haar, toen naar het meisje en toen naar de jongen. ‘We werden aangevallen, hij is dood,’ zei Dakotah en ze trok een zo spijtig mogelijk gezicht. De wachters knikten en wouden zich omdraaien. ‘Wacht!’ riep Dakotah en ze hield het meisje aan haar oksels voor hun. ‘Neem haar, neem haar mee,’ fluisterde ze en ze voelde tranen in haar wangen komen. ‘Neem haar maar alvast mee,’ verbeterde Dakotah zich. ‘Ik wil afscheid nemen,’ zei Dakotah en ze wees naar de jongen. De wachters knikten opnieuw en liepen weg. Dakotah voelde de tranen nu echt over haar wangen lopen en keek naar de levenloze jongen voor haar. ‘Ja, ze nemen zorg voor haar. Maar jij niet meer en ik ook niet,’ fluisterde Dakotah en de tranen liepen nu echt over haar wangen, terwijl ze naar het levenloze lichaam keek van de jongen waar ze ooit zielsveel van gehouden had. Maar nu was er iemand anders in haar leven. En ook al viel hij niet op haar, ze kon niet meer van iemand anders houden. Hij had haar hart nu. En de jongen die voor haar lag, was verleden tijd. Een vlek weggeveegd op de kaart. Ze trapte tegen zijn levenloze lichaam. ‘Klootzak’, fluisterde ze. ‘Ik haat je,’ zei ze en ze spuugde op zijn gezicht. Daarna ging de rode waas weg. Haar mooie, grijzige, mistige ogen kwamen weer tevoorschijn en ze keek als verstijfd naar het lichaam voor zich. ‘Wat heb ik gedaan?’ vroeg ze zachtjes en ze begon achteruit te lopen. Dankzij een liggende boomstam, viel ze op de grond. Gelijk stond ze weer op en liep verder weg. ‘Wat heb ik gedaan!’ schreeuwde ze en ze keek paniekerig om zich heen. Ze moest iemand vinden. Satsuji! Tsuna!
Hard huilend en eigenlijk niet eens echt wetend waar ze heenging, rende Dakotah het veld af, de Water Country uit. ‘Wat heb ik gedaan!’ schreeuwde ze en ze rende huilend verder. ‘Anna!’ gilde ze toen. Het gegil stierf weg. Er was niemand. Niemand die haar daden ongedaan kon maken, niemand die haar kon sussen, niemand die het voor haar kon opnemen en niemand die haar kon vertellen wat en waarom ze het zojuist gedaan had. ‘Ze heeft geen familie meer,’ zei Dakotah en ze rende huilend verder. ‘Allemaal mijn schuld!’ krijste ze en ze rende weer verder. ‘ANNA!’ krijste ze nu, harder. Omstanders die ze tegenkwam, keken haar vreemd na. Dakotah negeerde het en met de handen voor haar gezicht, rende ze door. Pas toen ze kabbelend water hoorde, zakte ze door haar knieën. Haar knieën konden haar niet meer dragen. Verslagen keek ze naar het water. ‘Hij is dood! Anna heeft geen ouders meer!’ krijste ze naar niemand in het bijzonder. Ze sloeg woedend met haar vuisten in het water. In het weerkaatsende spiegelbeeld, gecreëerd door het water, zag ze zichzelf. ‘Ik ben mislukt,’ fluisterde ze en huilend zakte ze ineen. Ze trapte tegen het water, alsof ze daarmee haar spiegelbeeld weg kon laten gaan. ‘Het is mijn schuld!’ riep ze en huilend keek ze naar haar spiegelbeeld. Het bloed die langs haar hals gleed, nu langs haar handen en haar pols af, kon haar niks meer schelen. Anna had geen ouders meer. Zij was de schuldige. Zij had de enige familie van Anna vermoord. Zij was geen familie meer van Anna. Zij was een Traitor. Zij was geboren als een Traitor en was dit ook voor altijd. Huilend zakte ze ineen. ‘Nee!’ gilde ze keihard en ze huilde. Ze trok haar knieën op en sloeg haar armen daaromheen. ‘Nee,’ fluisterde ze nog en ze liet haar stem dalen. Haar stem was schor, de tranen waren half op en haar hart was in duizend stukjes gescheurd. Alleen een deel was er nog van haar hart. Maar ze zou dat deel nooit willen herinneren. Het was slechte hoop. Ze zuchtte huilend en wreef door haar ogen, waarna ze haar hoofd hard huilend tussen haar knieën verborg.
|
- &Tsuna - |
| | | Tsuna
Ervaring : 145
| Onderwerp: Re: What have I done? za sep 10, 2011 6:18 pm | |
| ''Linker voet, rechter voet,'' zei hij half zingend. Hinkelend liep hij naar voren. Hij had net boodschappen gedaan en ging nu naar huis gaan. Nadat hij Satsuji zijn huis had verlaten was hij terug gegaan naar zijn oude leventje. Hij ging af en toe op missies, wat hij niet eens nodig had aangezien hij genoeg geld had. Toch deed hij het om zichzelf te vermaken. Al vond hij het niet leuk als op die plek stond. Dan was hij zo'n bang als een.. het ging er om dat hij dan bang was. De laatste missie die hij had gedaan was een pakketje brengen naar de Darkness Country. Wat er in zat wist hij zelf niet, het was top secret. Hij had het pakje succesvol kunnen bezorgen zonder gewond te raken. Al was de terugreis iets minder geweest. Hij had door de Dark Woods moeten reizen, wat niet zo slim was. Hij kwam namelijk een Akusohi lid en een Darkness Country lid tegen. Hij moest er niet meer aan denken! Het was verleden tijd. Hij moest zich richtte op de heden. ''En Tadaa!'' riep hij droog terwijl hij met twee voeten landde. Mensen zouden vat denken dat hij gek was. Hij praatte met zichzelf terwijl hij hinkelde en stopte toen opeens. Naja. Het maakte hem niet uit. Dit was de enige plek waar hij niet bang hoefde te zijn. Er waren genoeg wachters hier die je gingen helpen als je werd aangevallen. Dus alle scarry types kwamen niet, door de wachters. Dus hij hoefde niet bang te zijn hier. Een luid geschreeuw was te horen. Hij keek raar op toen hij een meisje wild zag langs rennen. Van schrik viel hij neer zodat zijn boodschappen uit zijn tasje vielen. ''W-waar was dat v-voor nodig?'' stotterde hij nog, maar het meisje was al te ver weg om het te kunnen horen. Wacht, was dat niet? Hij kneep zijn ogen tot spleetjes om het beter te kunnen zien. Dakotah? Hij moest snel naar haar toe, voordat ze uit zicht was. Snel propte hij alles in zijn tasje. ''Paprika... Prei..'' fluisterde hij erbij om te controleren of hij alles had. Ja, hij had alles. Hij pakte de zak op en begon te rennen. Waarom rende ze zo snel? Kon ze niet langzamer doen?
Luid hijgend stopte hij bij een oom. Leunend tegen de boom aan keek hij heen en weer. Als hij het niet mis had was ze hier ergens naartoe gerend. Waarom huilde iemand zoals zei eigenlijk? Of was het gewoon door haar stemmingswisselingen? Ze was eerder opeens begonnen met huilen. Hij had haar weten te kalmeren. Was het wel slim om achter haar aan te gaan? Hij wist wat ze kon doen. Hij wou liever niet dood.. Nee! Ze had hem gezegd dat ze zijn vriend was. Dit was het minste wat hij kon doen. Hij stopte met het leunen tegen de boom, nog steeds luid hijgend keek hij heen en weer. De rivier! Waarschijnlijk was ze daar naartoe gerend, het was daar in de buurt. Hij gooide de tas met boodschappen over zijn schouder heen zodat hij het met een hand vast hield en begon weer te rennen. Luid gegil was te horen van de rivier. Hij had het dus goed gegokt.. Hij stopte met rennen toen hij dichtbij was, leunde even tegen een boom aan en keek haar aan. Waarom gilde ze nee? Hij moest er maar achter komen.. Geruisloos liep hij naar het meisje toe, om recht achter haar te stoppen. ''Senpai..'' fluisterde hij zachtjes. Hoe moest hij haar kalmeren? Hij was niet goed in dit soort situaties. Wat moest hij nu zeggen? Hij ging naast haar zitten en keek haar nogal bezorgd aan. ''A-lles goed?'' klonk zijn stotterende stem daarna. Hij deed zijn arm om haar heen, niet wetend of het een goeie zet was. |
| | | Dakotah
Ervaring : 271
| Onderwerp: Re: What have I done? za sep 10, 2011 7:32 pm | |
|
Zuchtend wreef Dakotah in haar ogen. Zag haar hier nu zitten. Het meisje waar iedereen bang voor was, bang om vermoord te worden. Het meisje die eigenlijk nauwelijks vrienden had. Bij Tsuna had ze het verknald door hem neer te slaan tegen de grond in een soort beschermingspoging voor Satsuji. Ze zuchtte even en keek om zich heen, de tranen over haar wangen stromend. Ze wou haar tranen niet laten zien! Ze verstopte haar hoofd weer. Toen ze een aangename warmte voelde, keek ze opzij. Ze wou zichzelf net weer verbergen en de arm ruw van zich afslaan, toen ze merkte dat het Tsuna was. Duh, wie noemde haar dan ook anders senpai? Alleen Tsuna kon zoiets verzinnen, het bange joch. Meteen klonken Satsuji’s plagende woorden weer in haar hoofd en ze wreef door haar ogen. ‘Nee, het gaat niet,’ zei ze schor en ze keek hem verdrietig aan. ‘Ik heb… ik heb..’ Haar lip trilde en ze keek gauw opzij. Tsuna hoefde haar niet te zien. Niet zo, tenminste. Ze wou boos zijn, woedeaanvallen hebben. Ze bedacht zich dat die woede van daarnet anders was dan ze ooit had gehad. Ze zuchtte even. Gebrekkig en met veel onderbrekingen begon ze Tsuna de dromen uit te leggen, van het begin van de bolle buik, tot de bevalling en uiteindelijk wat ze te weten kwam. Nu kwam het moeilijkste deel. ‘Ik ben opzoek gegaan naar die vader, heb hem gevonden en heb hem vermoord, voor de ogen van Anna,’ zei ze en ze keek even opzij. ‘Het is oké hoor, je mag lachen. Een huilende Dakotah, wie had dat gedacht!’ zei ze en ze probeerde een glimlach te toveren, maar het werd uiteindelijk een mislukte grimas. ‘En toen kwamen w-wachters en namen Anna mee, omdat ik dat zei. Ik zie Anna nooit meer,’ besloot ze haar lange verhaal en ze huilde opnieuw.
Zuchtend legde ze haar hoofd – ook dankzij vermoeidheid – tegen Tsuna’s schouder. ‘Ik durf het niet tegen Satsuji te vertellen. Hij wordt boos, dat weet ik zeker,’ zei ze zacht, met haar schorre stem. Oh, wat haatte ze dit! Ze liet haar kwetsbare kant zien. De kant die ze het meest haatte, maar wat voor Tsuna in een groot voordeel kon werken, aangezien ze nu niet boos kon worden, hem kon vernederen, kon afsnauwen of hem kon bespotten. Nee, daar had ze nu totaal geen zin in. Ze keek opzij naar Tsuna. ‘Ik ben een mislukking. Zelfs mijn eigen dochter wordt verwaarloosd. Ik heb haar vader afgepakt!’ zei ze en ze huilde opnieuw. Ze vertelde Tsuna langzaam wat de vader van Anna bij haar had gedaan. ‘Hij had me tegen de boom geduwd en begon me te zoenen en weet ik veel wat. Ik heb met hem gevochten. Hij daagde me zo erg uit, Tsuna, ik kon niks anders dan mijn boemerang..’ Ze stopte en keek naar haar boemerang. Er kleefde bloed aan. ‘Ik weet niet wat ik moet doen,’ zuchtte ze en ze tilde haar benen op en schoof meer opzij, zodat ze met haar lichaam zachtjes tegen de zijne leunde. Ze legde haar hoofd weer op zijn schouder en kon een diepe zucht niet onderdrukken. Ze dacht aan Anna, haar dochter. ‘Ik heb een dochter,’ fluisterde ze toen en haar ogen werden weer vol met tranen. ‘Ze was zo mooi,’ fluisterde ze. ‘Ze leek op mij,’ klonk het schor en een waterige glimlach verscheen. ‘Ik ben een… monster,’ klonk het zacht, bijna onhoorbaar.
|
- Wauw! Totaal nadere Dakotah :p - |
| | | Tsuna
Ervaring : 145
| Onderwerp: Re: What have I done? zo sep 11, 2011 7:05 pm | |
| ''Ik lach je heus niet uit.'' Waarom moest hij van alle personen die er op de wereld leefde in deze situatie te Zitten? Hij was niet goed in het troosten van mensen. Hij had maar een persoon kunnen troosten, en dat was toevallig ook haar. ''Dit is ook niet de eerste keer dat ik je huilend zie, maar de derde,'' stotterde hij er nu achteraan. Wat een toeval, elke keer als zij huilde stond hij erbij. Ze kreeg het ongeluk door hem. Misschien kon hij haar weer troosten op dezelfde meer als de keer ervoor? Gewoon zijn lippen tegen de hare aan drukken en dan was ze weer stil. Nee, misschien was dit geen goed idee. Als dit de tweede keer was dat het gebeurde zou ze vast verkeerde ideeën krijgen. Hij had nog een reden waarom hij het niet moest doen. De vorige keer huilde ze gewoon opeens, nu huilend ze omdat ze haar vorige vriendje had vermoord. Ze zou na haar vorige vriendje hebben vermoord niet gelijk een andere jongen willen zoenen. Dat verwachtte hij dan. Nee, dat moest niet de manier zijn waarom hij moest kalmeren Hij moest nu een andere manier verzinnen. Dat kon hij gewoon niet! ''Ehh..'' zijn hoofd werd rood toen ze haar hoofd op zijn schouder zette. Dit bedoelde hij met verkeerde ideeën. Of maakte hij nu gewoon van een mug een olifant? Deden normale vrienden ook zulke dingen? Waarschijnlijk waren normale vrienden niet zo close of wel? Eigenlijk waren hun niet eens close vrienden. Dit was maar hun tweede ontmoeting. ''Sat.. Satsuji..'' stotterde hij eerst. ''Hij zal egt niet boos worden,'' probeerde hij nu te zeggen zonder te stotteren. Was het gelukt? Waarschijnlijk hoorde je het nog steeds. Of schatte hij Satsuji verkeerd in en zou hij wel boos worden om zoiets? Het was niet haar schuld.
''Vond hij je andere moorden dan erg?'' Misschien moest hij daar over zijn mond houden. Misschien had ze die andere moorden ook verborgen gehouden voor hem. Zoals hij al dacht,h ij kende Dakotah nog niet goed. Waarom hij moorden niet erg vond? Hij had het ook al een paar keer gedaan, maar omdat ze uit een andere Country kwamen werd hij er niet uitgestuurd. Zo erg was het toch niet om te moorden als je jezelf aan het verdedigen zat? Het as niet dat hij het leuk vond ofzo, hij deed het alleen maar als hij niet anders kon. Alleen als zijn tegenstanders te sterk leek om hem te kunnen verslaan zonder zijn speciale aanval. Zijn moorden waren waarschijnlijk prettiger dan onthoofd orden, hij veranderde ze letterlijk in as. ''I-ik ben-n niet e-echt goed..'' Hij stopte even. Dat zou veel sneller kunnen. ''Ik ben niet echt goed in troosten,'' zei hij nu goed. '',maar het is niet jou schuld,'' zei hij terwijl hij zijn hoofd heen en weer schudde. ''Het was toch alleen maar zelfverdediging? En het zou toch niet goed zijn als je je dochter alleen zou achterlaten bij een freak zoals hem? Ze zou een slechte invloed krijgen, ze is beter af zonder hem.'' Raar genoeg zei hij dit zonder een keer te stotteren. Waarschijnlijk omdat hij het echt meende. ''Je hebt gedaan wat het beste is voor haar.'' Hij egon weer te stotteren. ''En je moet het waarschijnlijk wel aan Satsuji zeggen, word hij niet bozer als hij er zelf achter komt?'' |
| | | Dakotah
Ervaring : 271
| Onderwerp: Re: What have I done? ma sep 12, 2011 5:20 am | |
|
Dakotah keek opzij, haar ogen vol tranen. ‘Geloof me, van alle personen op een lijst aan wie ik het niet zou vertellen, staat Satsuji bovenaan,’ zei ze en ze keek hem even aan en legde toen haar elleboog op haar knie. Ze gromde. ‘Normaal zou je me ook helemaal niet hoeven troosten. Het lijkt net alsof ik een tweede kind in mijn buik heb. Ik ben echt zo vet emotioneel,’ zei ze en ze lachte door haar tranen heen. ‘Ik wil Anna,’ fluisterde ze zachtjes en ze keek radeloos voor zich uit. ‘Het kan best zijn dat ze daar goed voor haar zorgen, maar ik wil haar bij me hebben, snap dat dan!’ zei ze en ze trapte boos tegen een steentje. Ze probeerde zich te kalmeren en voelde aan het warme bloed aan haar hals, maar wel met een beetje afwezigheid. Het begon te duizelen. ‘Shit,’ mompelde ze en ze drukte haar hand op de wonde, maar het bloed gleed er gewoon langs. Ach, misschien was het ook maar beter voor iedereen als ze zichzelf liet doodbloeden. Voor Tsuna, voor Satsuji, voor Anna.. Ja, voor Anna wou ze dood. Ze wou sterven voor dat meisje, als zij zich erdoor beter voelde. Ze wist niet hoe die vader haar behandelde, maar ze wist dat hij vroeger flink goed kon drinken en agressief kon zijn. ‘Ik wou dat ik Anna kon gaan ontvoeren,’ zei ze en een wazig, klein glimlachje kwam op haar gezicht. ‘Gewoon wij tweetjes, niemand anders,’ zei ze en ze keek glimlachend voor zich uit. Oh, wat leek haar dat toch mooi. Boos wreef ze door haar ogen. ‘Ik lijk wel een wijf!’ gromde ze, daarmee doelend op het huilen. Daardoor schoot ze echter wel in de lach en wreef haar tranen weg. Ze moest sterk blijven. Voor Anna!
Rustig – of tenminste rustiger dan daarnet, ze had geen idee of Tsuna het ook rustig kon noemen – keek ze opzij naar Tsuna. Ze keek naar de arm om zich heen en wist even niet of ze het weg moest duwen of dat het moest blijven. Natuurlijk moest ze het wegduwen! Met tegenzin duwde ze de arm weg. ‘Dankjewel voor je hulp,’ zei ze en even was er een kern te zien van een gemeende glimlach. Dit liet ze echter weer varen om niet zwak over te komen. Ze keek naar het water en zuchtte. Alleen Anna vulde haar gedachten, dan Satsuji af en toe en als laatste Tsuna. Die laatste bleef dan heel even hangen, maar Anna drong er dan weer doorheen. Dakotah vond niet dat Anna haar leven verpest had. Anna had haar leven juist mooier gemaakt en het meer aanvaard. Alleen de mensen zouden haar van haar afnemen. Ze zuchtte even. ‘Ik ben echt een kreng,’ zuchtte ze en ze grinnikte even, alhoewel het niet echt leuk was.
|
|
| | | Tsuna
Ervaring : 145
| Onderwerp: Re: What have I done? wo sep 14, 2011 6:47 pm | |
| ''Hmm..'' Hij zette zijn vinger onder zijn liep, wat meestal betekende dat hij aan het denken zat. Dit keer betekende het dit niet, het was gewoon automatisch. Een tik. Eigenlijk was hij best trots op zichzelf! Hij had gewoon iemand kunnen troosten. Iemand die eng was. Iemand die eng was. Hij keek haar aan. Straks kreeg ze weer eens een woedeaanval en dan zat hij in de problemen. ''Je bent geen kreng hoor..'' Een glimlach die er nogal nep uit zag, maar het niet was, verscheen op zijn gezicht. Langzaam stond hij op. Er was een ding dat hij niet snapte. Ze zei dat het leek alsof ze een tweede kind had naar bedoelde ze dat letterlijk? Het kon zijn dat ze het als 'grap' bedoelde, maar het kon ook zijn dat ze het meende. Nee, vast niet. Dan zou ze er niet bij hebben gelachen. ''Hmm..'' herhaalde hij weer. Eigenlijk had hij zin om haar dit keer bij hem uit te nodigen, maar zou ze wel de Fire Country in kunnen komen zonder in problemen te raken? Hij was het hun wel verschuldigd, al had hij hun wat geld teruggegeven voelde het nog steeds niet goed. ''Wacht, eten!'' Hij rende haast naar zijn tas toe zodat het leek alsof hij weg ging. Hij pakte de boodschappen tasje van achter een boom vandaan en kwam weer teruggelopen met het tasje. Gelukkig hadden er geen dieren aan gezeten. Ze hadden niet heel veel tijd. Hij had Natsu alleen achtergelaten. Dat deed hij meestal. In de tijd dat hij naar de winkel ging bleef hij slapen. Zijn middagdutje, hij noemde het wel zijn schoonheidsslaapje maar dat negeerde Tsuna gewoon. Als hij wakker was wou hij zijn eten voorbereid willen zien, dus hij moest voor 3 uur thuis zijn. Hij had nog wel wat de tijd. ''Er is niet veel wat ik kan doen zonder alle ingrediënten, maar..'' zei hij terwijl hij terug kwam lopen. Hij hield het tasje naar boven. Hij zou wel wat kunnen doen. Vuur om het voor te bereiden? Geen punt. Daar waren fire country leden handig in. Ze hadden altijd wel vuur bij hun. Al zou je er niet veel aan hebben als je alleen vuur kon schieten. Dan kon je het eten niet goed krijgen. In zijn geval, of iets in de richting met zwaarden, messen en alle andere niet schietende technieken zou het wel lukken. Natuurlijk waren er ook mensen die ervaren genoeg was om het zelf goed te krijgen met een schietende techniek, maar hij was het in ieder geval niet. Hij zou het net als zijn tegenstanders veranderen in as, wat niet handig is als je het wilt eten.
''Wat ik heb..'' Hij hurkte en pakte iets uit de tas. ''Groente,'' mompelde hij. Hij haalde de groente even tevoorschijn om het haar te laten zien. Natuurlijk ging dit niet in een keer. ''Eieren,'' zei hij daarna. Hij had beter moeten letten op de eieren. Hij had nu geluk gehad dat ze nog niet kapot waren. Na alles wat hij met de zak had gedaan zouden ze normaal al kapot moeten zijn. ''Te veel geschudde cola blikjes.'' Hij haalde een viertal cola blikjes tevoorschijn. Hij had geen zin om deze te openen. ''Melk, kaas, yoghurt, ijs.'' Allemaal melk producten. Tsuna en Natsu hielden hier beide van. Het maakte niet uit in welke vorm het was. '' Brood, kipfilet en dat was het. '' Het was nogal weinig voor zijn zakje, het paste dan ook net net. Al was het veel, ze zouden er waarschijnlijk niet veel mee kunnen doen. Bij het inkopen had hij erbij gerekend dat hij nog spullen thuis had. ''Ik hoop dat je geen vegetariër bent..'' Een dit keer niet nep uitziende glimlach verscheen op zijn gezicht, dit zou haar gedachten wel van haar moord afkrijgen. Dat hoopte hij dan. |
| | | Dakotah
Ervaring : 271
| Onderwerp: Re: What have I done? wo sep 14, 2011 6:59 pm | |
|
Een beetje lusteloos keek Dakotah naar het eten dat Tsuna tevoorschijn haalde. Toch speelde er hier en daar af en toe een glimlach over haar gezicht. Ze vond het wel lief van Tsuna dat hij zich zo bezighield met haar. Ze keek even naar zijn groeten en besloot er toen maar iets van proberen te maken. ‘Wacht, ik kan er wel wat mee, ik ben immers een vrouw,’ zei ze en ze stond op en begon stenen te verzamelen. Die legde ze zorgvuldig neer in een kringetje en even leek het net alsof ze pas ontsnapt was uit de Water Country en ze zelf moest leren om haar voedsel in het wild te verzorgen. Zo leek het ook een beetje. Het zorgde dat ze zich plezierig voelde, een gevoel dat ze al een tijdje niet meer had gehad. Glimlachend liep ze heen en weer, waarna ze de stenen in een kring had gedaan. Ze zuchtte even. ‘Tsuna, hoe wil je die eieren nu in godsnaam maken zonder een pan?’ vroeg ze lachend, waarna ze naar de eieren wees. Snel dacht ze na. Hoe had zij dat vroeger ook alweer gedaan? Ze keek om zich heen. Misschien dat ze… ‘Ik heb een idee!’ riep ze opeens en ze rende snel ergens naartoe, haalde daar twee takken tevoorschijn en rende weer terug. Zorgvuldig legde ze de takken neer en spietste daar de kipfilet aan. Vegetariër? Was kip dan geen product dat met vlees te maken had, of werd ze gewoon dom van al dat gedoe? Nou ja, het zou wel. Ze keek Tsuna blozend aan. ‘Tja… Ik heb natuurlijk geen vuurkrachten,’ zei ze grijnzend tegen de jongen en even leek het alsof een compleet andere Dakotah zich openstelde voor Tsuna. Ze was sociaal, iets wat niet vaak voorkwam als ze iemand ontmoette.
Maar dit was geen ontmoeting. Jawel, een tweede. Dus ze kende Tsuna al wel langer, maar toch was het vreemd voor haar dat ze het zelfs bij de tweede ontmoeting al goed kon vinden met hem. En naast Satsuji kon helemaal niemand haar vrolijk maken nu zulk soort incidenten zoals nu gebeurd was. Tsuna… Hij oefende een bepaalde kracht op haar uit dat ze zelf niet eens voor mogelijk gehouden had. Het kon haar niet schelen. Ze wou er niet eens over nadenken. Ze liet de kipfilet helemaal naar het midden gaan, zodat het vlak boven het vuurtje zou hangen, als het vuurtje er zou zijn. Dat andere had ze allemaal niet nodig. Ze was niet echt een vegetariër, maar voor Tsuna wou ze zich wel aanpassen. ‘Hmm..’ zei ze nadenkend, waarna ze naar de kipfilet keek. ‘Als we het door de helft snijden, hebben we allebei een stukje,’ zei ze en ze keek opzij naar Tsuna, ter goedkeuring. ‘Jij mag van mijn part het grootste, het is immers jou kipfilet,’ liet ze er onverschillig op volgen en ze voelde een soort goedkeuring voor zichzelf. Ze was weer helemaal terug. Niks Anna, niks Rioji, gewoon zichzelf. Ze keek even naar de kipfilet en voelde zich veertien. Veertien jaar en onbezorgd. Maar ze was natuurlijk een stuk ouder. Ze keek even naar Tsuna. Zijn vuurrode lokken, die haar heel erg opvielen, maar haar niet irriteerden. Nee, ze waren vlammend. En dat was cool. Vond zij dan toch. Ze keek weer voor zich uit en wachtte af of Tsuna het vuur aan zou steken of nog iets zou zeggen of whatever. Het kon haar niks schelen. Als hij mar wat deed. Hell yeah, ze begon weer op zichzelf te trekken. Mooi. De zachtaardige Dakotah was leuk, voor een paar seconden, gheghe, evil laugh, oké, nu normaal doen!
|
- Dat laatste stuk is droog :P En nu moet ik gaan slapen Wel post op tijd afgekregen! - |
| | | Tsuna
Ervaring : 145
| Onderwerp: Re: What have I done? do sep 15, 2011 6:38 pm | |
| Zelf voor hem was het nieuw dat ze zo tegen hem sprak. ''N-natuurlijk,'' HIj legde zijn hand bij de takken. Het leek alsof zijn hand in vlam vloog. Eigenlijk gebeurde dit ook, maar hij verbrandde niet! Zelfs als hij de handschoenen niet zou gebruiken, met handschoenen kon hij ze gewoon makkelijker controleren. Dan waren ze raar genoeg minder wild. Naja, dat was op het moment niet belangrijk. Hij haalde zijn hand uit het vuurtje terwijl hij Dakotah met een tevreden blik aan keek. Wat moesten ze nu doen met het eieren? Als ze alles bij elkaar zouden gooien zouden ze een broodje kunnen maken. Tenminste alles behalve de kaas, yoghurt en melk. Of Dakotah hield er van om dat op haar broodje te eten. Hij grinnikte even ij de gedachte. Zo raar was ze vast niet. Zelf vond hij ei wel leuk op een broodje, maar het ging moeilijk als het geen water had om in te koken. Eigenlijk hadden ze wel water. Ze stonden recht naast een rivier. Het gene wat ze niet hadden was een pan om het in te koken. Dat was waarschijnlijk wel handig geweest. De rest van de ingrediënten die je op een broodje kon zette waren er nog normaal wel. Maar ze moesten wel gesneden worden, wat moeilijk ging zonder mes. Hij keek rond om iets te zoeken wat handig zou kunnen zijn. Zijn blik stopte bij Dakotah haar boemerang. Was dat ding niet geweldig scherp? Dan zouden ze ook geweldig snel en goed de ingrediënten kunnen snijden. ''Nee, dank je. Jij mag de grotere stukje.'' Langzaam schudde hij ze handen heen en weer. Hij stopte al snel en keek even naar de kip filet. Hoe zouden ze die moeten verwarmen? Al hadden ze een vuurtje, ze hadden geen koekenpan, of iets in die richting. Zijn blik viel op een paar steentjes op de grond. Hij had gehoord dat ze in de woestijnen eten konden kokken op stenen. Maar die waren gewoon super heet. Misschien.. Hij liet zomaar het water in en pakte een zo groot mogelijk steen eruit.. Het was nu wel nat, maar het water zou wel verdampen. Het belangrijke was dat hij schoon was. Hij verhitte de steen die hij nog tussen zijn handen vasthield zodat het water verdampte. Het was eigenlijk een normale steen. Alleen was hij plat. Naja, echt maakte waarschijnlijk ook niet uit hoe de steen er uit zag.
''Hoe is deze steen?'' Waarschijnlijk een heel domme, of rare, vraag. ''Of moeten we het anders doen?'' Hij zette de steen langzaam op het vuurtje neer. Veel zou het vuurtje waarschijnlijk niet kunnen doen. Het was tenslotte een steen, die verhitte je moeilijker dan een normale pannetje. Hij pakte het filet en zette het op de steen. Hij staarde er even verveeld aan. Hij verwachtte al dat het niet lang zou duren, maar zo zou hij niet snel genoeg thuis zijn. Dan moest het maar anders. Hij zette zijn handen weer op de steen, hmm.. Hij gokte 13 graden. Wow, een steen kon dus echt verwarmd worden met zo'n dom vuurtje. Hij zou het wat hoger moeten zette. Zonder dat er vuur langs zijn arme verscheen werd de steen warmer. Bij zo'n vijftig graden extra stopte hij. Het vuurtje mocht het wel afmaken. Hij had genoeg gedaan. |
| | | Dakotah
Ervaring : 271
| Onderwerp: Re: What have I done? vr sep 16, 2011 5:15 am | |
|
Dakotah was gaan zitten op de grond en had haar armen om haar knieën geslagen. Ze keek opzij en even leek het alsof ze weer aan Anna dacht. Ze keek opzij en grijnsde breed. ‘Leuke vorm, hoor,’ zei ze en ze grinnikte even. Ze had vroeger bij Satsuji ook haar momenten dat ze vrolijk was, heel erg vrolijk. Eigenlijk had ze die soms nog. Maar haar eigen woede overtrof het soms een beetje. Ze zuchtte even. Ja, haar woede… Satsuji had al vaker gezegd dat ze die moest inhouden. Niet dat ze het leuk vond om te doden, maar het gebeurde toch wel steeds. Ach, niet aan denken, ze was hier nu met Tsuna! Toen ze zag dat het vlees goudbruin werd, pakte ze de stok en trok het ding eraf. Ze liet een waterbel naar de steen komen en pakte het daarmee op. Een hoop damp steeg van het ding af. Ze trok haar wenkbrauw op. ‘Hoeveel graden heb je het wel niet laten koken?’ vroeg ze lachend. ‘Hmm… Eigenlijk nog niet zo veel, denk ik,’ mompelde ze er gauw achteraan. Met haar waterbel liet ze de steen zakken. Ze legde de kipfilet op de inmiddels al een beetje verdampte steen en liet haar hand verticaal over de kipfilet glijden. Daarna maakte ze een soort mes met haar waterstraal en sneed de kipfilet door. ‘Zo, veel beter dan een mes,’ zei ze tevreden, terwijl ze goedkeurend naar haar handen keek. Ze was het gelukkig nog niet verleerd. Aangezien ze veel meer deed met haar boemerang. Ze keek opzij naar Tsuna. ‘Dat hebben we dus ook weer,’ zei ze en grinnikend keek ze hem aan. Hmm.. Hij zei toch iets over brood? Ze liet haar blik opzij glijden. ‘Kaas,’ mompelde ze en ze pakte voorzichtig het pakje kaas en bekeek het heel even.
Ja, dit kon ze wel gebruiken! Ze maakte weer een mes van haar waterstraal en sneed de kaas zorgvuldig in twee gelijke plakjes. Ze opende het broodje na die ook te hebben doorgesneden en deed de kaas daarop. Daarna pakte ze een ander broodje en deed voor dat broodje hetzelfde. Ze reek het broodje met de kipfilet en de kaas erin aan Tsuna. ‘Sorry, je kan de kipfilet er nog altijd uit nemen, maar ik wou het niet de hele tijd met mijn vieze vingers vasthouden,’ zei ze en ze grinnikte even, waarna ze het broodje in zijn hand duwde en zelf haar eigen broodje begon te smeren. Ze nam een hap en proefde. Ja, het was lekker. De kipfilet was goed gelukt! Ze glimlachte even en liet haar blik toen opzij glijden naar Tsuna, om even te spieken wat hij ervan vond.
|
|
| | | Gesponsorde inhoud
| Onderwerp: Re: What have I done? | |
| |
| | | |
Pagina 1 van 1 | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |